BRAFCO0222_book_NL

Toen Deconinck Logistics, dat 27 mensen in dienst heeft, vaststelde dat zijn klanten soms ook behoefte hadden aan extra opslagruimte, investeerde het bedrijf in 2009 in een speciaal entrepot voor de opslag van gevarengoed. Hiervoor hebben we twee soorten klanten. Voor de ene slaan we de grondstoffen op – hoofdza­ kelijk uit India of China – en leveren we die vervolgens zelf aan de productievestigingen. Voor de andere slaan we de afgewerkte produc­ ten op en leveren we die aan de klanten. Het gaat dan om verpakte producten en soms om vloeibare producten in IBC-containers van 1000 liter. Maar het gaat altijd om palletten­ goed. Om het proces te vereenvoudigen kunnen de klanten hun bestellingen doorgeven via ons platform ‘Deconinck Logistics TransWeb’. Wij hoeven ze dan enkel nog te bevestigen. Dankzij Deconinck Logistics konden we al een ruime ervaring – en een zekere reputatie – opbouwen in het beheer van voorraden en het voorberei­ den van bestellingen. DE KOOLSTOFVOETAFDRUK VERKLEINEN Hoewel de vrachtwagens van Deconinck Logistics allemaal nog op diesel rijden, is onze collega – net als veel van zijn klanten – toch ook bezig met zijn koolstofvoetafdruk. En dus deed hij het nodige om het ‘Lean and Green’- label te behalen. Dat is een initiatief van VIL, dat door de Vlaamse overheid werd aangesteld als hét aanspreekpunt voor de logistieke sector, en stimuleert en ondersteunt bedrijven om de CO2-uitstoot van hun transport- en logistieke activiteiten drastisch terug te schroeven. Concreet betekent dat dat we ons engageren om onze CO2-uitstoot op vijf jaar tijd met 25% te verlagen, legt Frank Deconinck niet zonder trots uit. Om dat te realiseren investeerden we al in zuiniger materiaal – zo hebben al onze trekkers al een Euro VI- motor – en leidden we ons personeel op om dat materiaal ook correct te gebruiken. Op die manier konden we onze CO2-uitstoot al met 15% verlagen. De laatste percentages zullen moeilijker worden, en dus zullen we in de toekomst met HVO rijden. Dat is de eenvoudigste manier om die resterende 10% te halen, aangezien we met HVO niet hoeven te investeren in nieuwe installaties. Bovendien kunnen we met HVO de CO2-uitstoot met 90% verlagen in vergelijking met gewone diesel. Frank Deconinck gaat dus binnenkort een HVO- pomp plaatsen voor zijn eigen voertuigen, maar ook zijn transportklanten mogen de pomp gebruiken. Net als alle professionals uit onze sector hoopt hij dat dit product dezelfde fiscale voordelen krijgt net zoals de ander milieuvrien- delijke alternatieven. In LNG ziet onze collega dan weer geen toe- komst. Het is een fossiel product en daar zie ik de toegevoegde waarde niet van in. Overigens denk ik niet dat we de investeringskost van een LNG-installatie, die toch rond een miljoen euro ligt, kunnen terugverdienen. Waarom zijn er op LNG geen accijnzen en op HVO wel? Mocht de accijns op HVO wegvallen zitten we qua prijs dicht bij de conventionele diesel en spreekt het voor zich dat de klant wél voor HVO zou kiezen, aangezien dat veel milieuvriendelijker is en geen extra investering vereist. LEDEN Goede chauffeurs vinden, een hele uitdaging Brandstoffen Deconinck beschikt over een eigen opleidingscentrum voor zijn eigen ADR-chauffeurs, maar ook voor ADR-chauffeurs van andere bedrijven. De opleidingen (ADR, code 95...) worden gege- ven door Brafco en een externe opleidingsinstelling. Tegenwoordig is het een hele uitdaging om nog goede chauffeurs te vinden, stelt Frank Deconinck vast. Ieder jaar proberen we een of twee chauf- feurs voor onszelf op te leiden. Dat gebeurt via een IBO (Individuele Beroepsopleiding) in samenwer- king met de VDAB. Wanneer de code 95 moet worden vernieuwd, volgen er tot wel 20 chauffeurs de opleiding en dit drie keer per maand. Brandstoffen Deconinck baat zes tankstations uit, waarvan enkele onder het merk Total en de andere onder het label van Deconinck zelf. Het bedrijf heeft een eigen opslagdepot op zijn terreinen in Oudenaarde en in Deinze. 14 februari-maart 2022 Br ndstoffen

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwOTgy