Hetze tegen dieselmotor en stookolieketel mag stilaan ophouden!

9 augustus 2018
Johan Mattart

In hun ijver het gebruik van fossiele brandstoffen – in hoofdzaak diesel en stookolie - te ontmoedigen, nemen tal van politici het niet zo nauw met de technologie neutrale aanpak waarop de sector aandringt. Hierdoor dreigen investeringen in milieuvriendelijke oplossingen voor verbrandingsmotoren en stookinstallaties drastisch te worden afgebouwd, waardoor heel wat energie- en C02-besparingspotentieel onaangeroerd blijft

De uitfasering van de dieselvoertuigen, het verbod op de plaatsing van stookolieketels tegen 2035, de subsidiëring van warmtepompen, de accijnsvrijstelling op samengeperst aardgas (CNG) en de promotie van elektrisch aangedreven voertuigen illustreren het brede arsenaal aan maatregelen die de bevoegde politici hier te lande wensen te nemen of reeds genomen hebben in de strijd tegen de opwarming van de aarde.

Een aantal van deze maatregelen kan bezwaarlijk als ecologisch of weloverwogen worden gekwalificeerd.

De plaatsing van elektriciteit verslindende warmtepompen in bestaande woningen is, gezien de torenhoge prijs van elektriciteit in België, niet de meest verstandige keuze. Vraag is ook of - gezien het jaarlijks terugkerend probleem van een dreigend stroomtekort in de winter - de warmtepomp wel zal functioneren op de momenten dat deze moet werken ... De kernuitstap en de switch naar elektrificatie van woningverwarming en voertuigen zal in elk geval de vraag naar elektriciteit drastisch doen toenemen, wat de bouw van bijkomende gasgestookte - en dus milieubelastende - centrales onvermijdelijk maakt …. tenzij de overheid er voor opteert om - met kernenergie of met bruinkool opgewekte - elektriciteit vanuit Frankrijk of Duitsland in te voeren.

Wat het omstreden verbod op de plaatsing van stookolieketels betreft, is dit voornemen ongetwijfeld ingegeven door een achterhaalde kijk op deze verwarmingstoestellen, die – door het feit dat ze met mazout gevoed worden – vaak als ouderwets en vervuilend worden getypeerd. Beleidsmakers hebben vaak geen weet van de inspanningen die de sector doet om de ecologische voetafdruk van verwarmen met mazout te reduceren.  Naast de steeds betere producteigenschappen (sinds 2016 zwavelarm), investeert de sector in zeer performante stooktoestellen (die tot 40 % energiezuiniger zijn). Daarnaast wordt ook volop ingezet op hybride verwarmingssystemen, waarbij mazoutverwarming gecombineerd wordt met hernieuwbare energie (cf. zonneboilers). Momenteel wordt ook geïnvesteerd in R&D omtrent synthetische vloeibare brandstoffen, die hernieuwbaar en volledig CO2-neutraal zijn en die in de huidige stookolieketels probleemloos kunnen worden gebruikt, zonder enige aanpassing aan de installatie. Door een verbod op de plaatsing van nieuwe stookolieketels in het vooruitzicht te stellen, dreigen deze investeringen te worden stopgezet.

Hetzelfde geldt voor de uitfasering van de dieselwagens. Wanneer de dieseltechnologie geen toekomst wordt gegund, waarom zou er nog geïnvesteerd worden in R&D en productie van alternatieve synthetische brandstoffen waarmee dieselmotoren kunnen worden aangedreven ?

Alternatieve synthetische vloeibare brandstoffen zijn nu reeds beschikbaar, zij het momenteel op beperkte schaal.  Zo bijvoorbeeld met waterstof behandelde plantaardige olie (HVO), dat ook uit rest-of afvalstromen kan worden gewonnen. Deze hernieuwbare brandstof kan de CO2-uitstoot met 90% verlagen en scoort ook inzake emissies van fijnstof en stikstof beduidend beter dan de fossiele diesel en gasolie. In dit opzicht zouden zelfs oudere dieselmotoren die met HVO worden aangedreven in lage-emissiezones opnieuw kunnen worden toegelaten. Een bijkomend voordeel is dat HVO zowel in pure vorm gebruikt kan worden als probleemloos bijgemengd kan worden in diesel en huisbrandolie, zonder dat hiervoor een aanpassing aan de motor of de verwarmingsinstallatie is vereist. De dieselmotor en de stookolieketel kunnen dus wel degelijk een rol van betekenis spelen in en na de energietransitie, en verdienen niet langer verketterd te worden als milieuonvriendelijke technologieën.

Indien de Vlaamse regering het gebruik van deze synthetische, hernieuwbare brandstoffen wil aanmoedigen, wordt het tijd het geweer van schouder te veranderen en de uitfasering van dieselwagens en stookolieketels te herbekijken in het licht van deze nieuwe ontwikkelingen.

Ook de federale overheid kan haar duit in het zakje doen, door de accijnzen op HVO – dat sinds 23 juli ook in ons land te koop mag worden aangeboden - te verlagen naar het Europees minimum in plaats van de dieselaccijns integraal op deze hernieuwbare brandstof toe te passen, wat het product nu ruim 20% duurder maakt dan de traditionele diesel.  

Geen accijnzen heffen op CNG – dat een fossiele brandstof is -  maar daarentegen de torenhoge dieselaccijns toepassen op een hernieuwbare brandstof als HVO …. het lijkt wel de omgekeerde wereld.  Naast een rehabilitatie van de dieselmotor en de stookolieketel is ook hier een bijsturing meer dan wenselijk.

 

Johan Mattart