Verhoging van de verwarmingstoelage van het Sociaal Verwarmingsfonds
De ministerraad keurde vandaag, op voorstel van minister van Maatschappelijke Integratie Karine Lalieux, een ontwerp van koninklijk besluit goed over de verhoging van de verwarmingstoelage toegekend door de OCMW’s in het kader van het Sociaal Verwarmingsfonds.
Sinds het begin van dit jaar blijft de mazoutprijs stijgen, met name door de oorlog in Oekraïne, waardoor het voor de meest kwetsbare gezinnen zeer moeilijk wordt om de stookolie aan te kopen die zij nodig hebben om zich te verwarmen.
Het maximumbedrag van de toelage bedraagt vandaag 20 cent per liter vanaf een prijs van 1,095 cent per liter. De actuele prijs van de stookolie ligt ver boven deze prijs. Daarom moet deze drempel worden aangepast zodat het bedrag van deze toelage evenredig is met de huidige prijs van de stookolie. Het aantal prijsschijven wordt verhoogd en het maximumbedrag van de toelage stijgt van 20 naar 36 cent per liter.
Daarnaast wordt de maximumhoeveelheid waarvoor een toelage kan worden toegekend verhoogd. Voor een gemiddeld gezin wordt de gemiddelde hoeveelheid die nodig is om zich te verwarmen geschat op 2000 à 2500 liter per jaar, terwijl de maximum betoelaagde hoeveelheid tot nu toe 1500 liter per jaar was.
Ook de forfaitaire toelage wordt gelinkt aan de mazoutprijs door deze elk jaar aan te passen op basis van de officiële mazoutprijs. Vanaf 1 juli stijgt de forfaitaire toelage van 210 naar 456 euro.
Het ontwerp van koninklijk besluit wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.