Waarom een exclusieve fiscale aftrekbaarheid voor elektrische wagens ?
Federaal minister van Financiën Vincent Van Peteghem heeft een voorstel uitgewerkt om vanaf 2026 het fiscaal voordeel voor bedrijfsvoertuigen met verbrandingsmotor af te schaffen. Hoewel dit voorzien is in het Vivaldi-regeerakkoord, dat stipuleert dat bedrijfsvoertuigen tegen 2026 koolstofneutraal moeten zijn, verbaast het ons dat de minister de fiscale aftrek van elektrische voertuigen wil bevorderen en investeringen in infrastructuur (laadstations) fiscaal wil aanmoedigen, maar terzelfdertijd hybride voertuigen en voertuigen die uitgerust zijn met andere schone technologieën die werken op hernieuwbare en klimaatneutrale synthetische brandstoffen, fiscaal benadeelt.
Net als Mobia en de Belgische Petroleum Federatie gelooft Brafco dat elektrische mobiliteit niet de enige manier is om het wegtransport koolstofvrij te maken. Onze federatie is van mening dat het onwaarschijnlijk is dat alle oplaadpunten binnen de gestelde termijn van groene energie zullen worden voorzien (vandaag is minder dan 20% van de in België geproduceerde elektriciteit afkomstig van hernieuwbare energiebronnen) en dat niet alle automobilisten, afhankelijk van hun woon- en werkplaats, in gelijke mate toegang zullen hebben tot de elektrische infrastructuur - en dus tot de belastingaftrek.
Brafco dringt er bij de autoriteiten op aan de accijnsvrijstelling die CNG en LNG reeds genieten, uit te breiden tot hernieuwbare brandstoffen en fiscale stimulansen te bieden voor het gebruik van diesel met een hoger gehalte aan hernieuwbare brandstoffen. HVO (Hydrotreated Vegetable Oil) stoot bijvoorbeeld 90% minder CO2 uit dan conventionele diesel. Waarom zouden we onszelf oplossingen ontzeggen die in ontwikkeling zijn of onmiddellijk beschikbaar zijn voor iedereen - niet alleen voor gebruikers van bedrijfswagens – temeer daar deze via de bestaande distributie-infrastructuur kunnen worden aangeboden?